Het idee dat vrouwen tot aan de jaren ’50 van de vorige eeuw altijd maar afhankelijke, volgende wezens waren, is te wijten aan verkeerde geschiedschrijving.
Hoewel de samenleving van het oude Rome nogal macho en vrouwonvriendelijk was, hadden veel vrouwen meer persoonlijke vrijheid dan vrouwen in westerse landen tot in de 20ste eeuw.
Historicus Coen van Galen onderzocht hoe dat kwam en laat in zijn proefschrift zien dat Romeinse vrouwen een maatschappelijke rol speelden als burgers en als familiehoofd . Gisteren promoveerde Van Galen op dit onderwerp aan de Rabboud Universiteit Nijmegen.
“De ~veelal mannelijke~ schrijvers uit die tijd waren er niet trots op om te zeggen dat ze niet meer de alleenheersers waren in huis. Daarom was het tot nu toe niet bekend”, vertelt hij.
De pater familias, de oudste levende man in een familie, was de baas over zijn kinderen, kleinkinderen en alle bezittingen. Na zijn dood werden zijn zoons de nieuwe pater familias van hun eigen huis. Zijn dochters trouwden en werden zo opgenomen in een ander gezin.
Maar in de eerste eeuw voor het begin van onze jaartelling werden nieuwe huwelijksvoorwaarden populair, waardoor de vrouw op persoonlijk niveau onafhankelijk bleef van haar man. Ze kon zelf een beperkte carrière beginnen, ze kon echtscheiden en ze had een veel betere onderhandelingspositie binnen het huwelijk.
Dat komt, volgens Van Galen, omdat met de nieuwe voorwaarden vrouwen niet meer intraden in de familie van hun echtgenoot, maar zélf familiehoofd werden. Als mater familias dus.
Het beroemdste voorbeeld van vrouwelijke onafhankelijkheid is Terentia, de echtgenote van de Romeinse politicus, filosoof en schrijver Cicero. Zij kwam uit een steenrijke familie en was het toonbeeld van een goede vrouw. “Ze was heel trouw en ondersteunde zijn politieke loopbaan”, aldus Van Galen. “Maar ze investeerde ook haar geld op manieren waar hij het niet mee eens was.” Hij kon dat blijkbaar niet goed accepteren, want na ruim 30 jaar huwelijk volgde een echtscheiding in het jaar 46 voor Christus.
De ‘vooruitstrevendere’ voorwaarden bleven door de eeuwen heen bestaan. In de praktijk stelde dat steeds minder voor, want buitenshuis waren er nog vele verwachtingen over de rol van de vrouw. Het idee dat mannen belangrijker zijn in de maatschappij, heeft zich eeuwenlang gehandhaafd. “Daardoor verdween die verworven onafhankelijkheid geleidelijk weer in het dagelijks leven. In latere eeuwen hadden vrouwen officieel ook vrijheid, maar als goede vrouw hoorde je die te besteden aan het opvoeden van kinderen en het schoonmaken van je huis.